De ooievaars zijn vertrokken!
Door mijn werk kom ik op verschillende begraafplaatsen. Zo was ik ook een aantal keren op de begraafplaats in Herwijnen. Het ligt verscholen net achter de uiterwaarden en achter de dijk van de prachtige rivier de Waal. Het is een idyllisch plekje tussen statige, monumentale woningen in dit oude dijkdorp in de Tielerwaard van de Betuwe.
Wat maakt deze begraafplaats nou zo bijzonder? Om te beginnen is de begraafplaats erg mooi gelegen. Er zijn prachtige oude bomen te vinden maar de twee gigantische treurbeuken die wel 50 meter van de begraafplaats overspannen, spannen echt de kroon. Letterlijk en figuurlijk want op die grote kroon, lees: kruinen, huizen een heleboel prachtige statige ooievaars. Het natuurlijke dak van gebladerte herbergt wel zes grote nesten. Zullen de ooievaars wel weten dat het treurbeuken zijn?
Als ik een begrafenis regel ga ik altijd vooraf even kijken waar het graf zich bevindt en of het wel gedolven is. Het was een mooie dag, de zon scheen warm en het rook naar groene bladeren. Ik voelde een bepaalde spanning in de lucht. Wat kon dat toch zijn? Ik luisterde en hoorde een geluid dat ik eerst niet thuis kon brengen, geklepper? Hoorde ik geklepper? Ik kon mijn oren niet geloven, wat een spektakel! Waar kwam dat geluid toch vandaan? Ik keek omhoog en zag wat ik al vermoedde: allemaal vogels die af en aan vlogen daar hoog in die twee beukenbomen.
De treurbeuken.
Ik had ooit eens gelezen als twee ooievaars op hun nest zitten, ze hun “liefde” met spectaculair snavelgeklepper verklaren. En dat was hier aan de hand. Op een hoogte van wel tien meter, op het bladerdak van deze indrukwekkende beuken, waren wel zes kolossale nesten gebouwd door de prachtige wit-zwarte vogels met hun rode snavel: de ooievaars. En op een begraafplaats nog wel. Die mooie vogels hebben wel een hele aparte plek uitgezocht.
Een begraafplaats is een dodenakker maar hier in Herwijnen boven in deze statige bomen is het leven volop in beweging met ooievaars en hebben de jongen de kans om straks uit te vliegen, uit hun ouderlijke nest. De levendigheid die daar van het voorjaar tot het najaar heerst zal je niet vaak aantreffen op een begraafplaats.
Maar nu is het stil geworden op die begraafplaats in Herwijnen. Mocht ik er geen begrafenis meer hebben de komende winter zal ik er toch nog eens heengaan om van die stilte te genieten en alvast gaan denken aan het volgend voorjaar waarop de ooievaars zullen terugkeren, want een ooievaar komt steeds naar het zelfde nest terug. Dus ook naar de begraafplaats in Herwijnen op het gebladerte van deze oude beuken. Het mooie idyllische dijkdorp aan de rijk stromende rivier de Waal.